Je weet dat er iets moet veranderen. Misschien voel je dat je werk niet meer bij je past, dat het tempo te hoog ligt, of dat je lichaam je signalen geeft: moe, prikkelbaar, slecht slapen, een hoofd dat niet meer stilvalt. En toch... kom je niet écht in beweging. Je blijft doordoen. Vasthouden. Twijfelen.
Dat is niet omdat je zwak bent of geen wilskracht hebt. Het is je brein. En dat zit soms gewoon in de weg. In dit artikel lees je waarom verandering zo moeilijk kan voelen – vooral als je al overbelast of uitgeput bent – én hoe je het jezelf iets makkelijker kunt maken. Jouw brein wil jou beschermen (maar het overdrijft een beetje) Ons brein is niet gebouwd op de wereld waarin we nu leven. Het oudste deel – vaak het ‘krokodillenbrein’ genoemd – denkt nog steeds dat we in een gevaarlijke jungle leven, waar we het beste kunnen overleven door alles bij het oude te laten. Geen risico’s. Geen verandering. Gewoon doorgaan zoals altijd. En dat deel van je brein is razendsnel. Het scant voortdurend je omgeving op ‘gevaar’. En wat voelt gevaarlijk? Juist: alles wat nieuw is of onbekend. Zelfs als het eigenlijk beter voor je zou zijn. Als je al over je grenzen gaat, of al te veel stress ervaart, dan staat dat deel nóg alerter. Dan voelt zelfs een kleine verandering als “te veel”. En voor je het weet, schiet je in de weerstand of vermijd je actie. Niet omdat je niet wílt veranderen, maar omdat je overlevingsmodus ‘nee’ zegt. Vijf denkpatronen die verandering blokkeren – en wat je kunt doen 1. Vasthouden aan het bekende (status quo-bias) Je weet dat je werk of levensritme niet meer goed voelt, maar je blijft toch doorgaan. Waarom? Omdat het vertrouwd is. Je weet waar je aan toe bent, ook al kost het je veel energie. Wat kan helpen:
2. Je ziet vooral wat je al gelooft (confirmatie-bias) Misschien denk je: “Ik ben gewoon niet gemaakt voor verandering” of “Ik stel me aan.” Dan ga je onbewust bewijzen zoeken die dat bevestigen, en negeer je signalen die iets anders zeggen. Wat kan helpen:
3. Bang om iets kwijt te raken (verliesaversie) Zelfs als iets niet meer werkt, kan het idee om het los te laten beangstigend zijn. Wat krijg je ervoor in de plaats? Wat als het nog erger wordt? Die angst is normaal – ons brein vindt verlies altijd erger dan de kans op winst. Wat kan helpen:
4. Verkeerde inschatting van wat iets kost (planningmisvatting) We onderschatten vaak hoeveel tijd en energie verandering vraagt – en voelen ons dan schuldig of dom als het niet meteen lukt. Wat kan helpen:
5. Weerstand tegen opgelegd krijgen (reactance) Als je omgeving zegt dat je iets moet veranderen – “Doe wat rustiger”, “Stop toch met dat werk” – kan het voelen alsof je de controle verliest. En dan komt er weerstand, zelfs als je weet dat ze ergens gelijk hebben. Wat kan helpen:
Wees mild voor jezelf – je brein doet z’n best Als je voelt dat je op je tandvlees loopt, is het logisch dat verandering te veel lijkt. Je hoeft het niet allemaal ineens te kunnen. Alleen al begrijpen waarom het zo moeilijk voelt, kan je ademruimte geven. Je hoeft niet te vechten tegen jezelf – je mag jezelf geruststellen, in beweging komen op jouw tempo, en vooral: jezelf serieus nemen. In mijn volgende artikel vertel ik hoe deze denkpatronen ook binnen een team of gezin kunnen werken – en hoe je daarin samen stappen kunt zetten zonder elkaar kwijt te raken.
0 Opmerkingen
Je opmerking wordt geplaatst nadat deze is goedgekeurd.
Laat een antwoord achter. |
Archieven
Mei 2025
CategorieënDe Prioriteit
|